Ken jij al de begrippen? Hieronder zijn begrippen uitgewerkt die te maken hebben met het kappersvak.
Bekijk de begrippen en probeer ze te begrijpen, je kunt deze lijst ook gebruiken als je niet weet wat een woord uit de tekst betekend.
A
-
Advies: Professioneel advies geven over haarverzorging en styling
-
Aerorasor: Een scheermes met een ergonomisch ontwerp doordat je de vier verschillende opzetstukken in bijna elk gewenste stand kunt plaatsen, met dit mes kun je effileren en snijden.
-
Afdeelklemmen: Klemmen gebruikt om haar te verdelen tijdens het knippen en stylen.
-
Afdeling: Het verdelen van het haar in secties.
-
Afnemende lengten: Een kniptechniek waarbij het haar van de bovenkant van het hoofd richting de nekpartij geleidelijk korter wordt.
B
- Basisch: Een chemische eigenschap met een hoge pH-waarde tussen de 7 en 14 pH een basisch haarproduct opent de haarschubben.
- Basislijn: De eerste lijn die je knipt, met de basislijn bepaal je de lengte en de richting waarin je het kapsel knipt.
- Benen: Onderdeel van een kappersschaar waar je de schaar vast houdt
- Bladen: Onderdeel van een kapperschaar waarmee je knipt
- Blijvend kleurproduct: Haarkleuring die langdurig in het haar blijft en moet uitgroeien, ook wel een onontwikkeld kleurproduct genoemd, deze zit dieper in het haar, tot in de vezellaag
- Borstel een kappersstool waarmee je haar kunt ontwarren
C
-
Celdeling: Een cel die zich deelt in één of meerder nieuwe cellen.
-
Channelschaar: Een schaar met inkepingen voor textuur en volume.
-
Combinatietechniek: Het combineren van verschillende knip- en/of kleurtechnieken.
-
Complementaire kleur: Kleuren die tegenover elkaar op de kleurencirkel staan, deze versterken elkaar of heffen elkaar op
-
Conditioner: Haarverzorgingsproduct dat hydrateert en verzacht. Heeft een zure ph-waarde waardoor het de haarschubben sluit na het wassen of een behandeling
-
Contra-indicaties: Factoren waardoor een (chemische) behandeling niet uitgevoerd mag worden bijvoorbeeld een beschadigde hoofdhuid
-
Coupeschaar: Een schaar aan 1 zijde tanden en 1 zijde gesloten
D
- DAB-plan: Een plan voor Diagnose, Advies en Behandeling, door middel van een DAB-plan kun je bepalen welke behandeling en hoe je de behandeling gaat uitvoeren
- Diagonale scheiding een scheiding die schuin op het hoofd is geplaatst, van links naar recht of andersom
- Diagnose: Analyse van het haar en de hoofdhuid om de juiste behandeling te bepalen.
- Diepte-effiliatie: Techniek waarbij aan de aanzet, diep in het haar wordt uitgedund
- Diffuser: Opzetstuk voor een föhn om krullen te definiëren en pluis te verminderen.
- Disconnected: Een kniptechniek waarbij delen van het haar los van elkaar vallen en niet aansluiten op elkaar
- Drogen: Het proces van haar drogen met een handdoek, föhn of natuurlijk aan de lucht.
E
- Endogeen: Invloeden van binnenuit
- Effileermes: Een mes voor uitdunnen en het creëren van zachte overgangen in het haar.
- Effileerschaar: Een schaar met tanden aan beide zijden, deze schaar zorgt voor een licht uitdunnend effect en textuur
- Effileren: Het uitdunnen van haar om massa te verminderen of structuur en textuur aan het haar te geven.
- Exogeen: Van buitenaf
- Ergonomisch werken: Werken op een manier dat je je lichaam zo weinig mogelijk belast, bijvoorbeeld door een kapperskrukje te gebruiken of de pompstoel op de juiste werkhoogte te plaatsen.
- Extra verhelderende kleuring: Speciale haarkleuring die extra oplichtend werkt, kan tot 4 tinten lichter kleuren, het product is niet geschikt voor grijs haar
F
- Feather razor: Een scheermes voor subtiele textuur en lichte lagen, kan het haar snijden of effileren
-
Föhn: Apparaat dat hete lucht blaast om haar te drogen en te stylen.
G
-
Geur- en kleurstoffen: Stoffen die aan haarproducten worden toegevoegd voor geur en kleur.
-
Gezichtskenmerk: Unieke kenmerken van een gezicht die invloed hebben op het kapsel.
-
Gidslijn: Een kniplijn die een gedeelte van de vorige kniplijn is en die fungeert als gids tijdens het knippen van een coupe
-
Gradatie: Overgang in haarlengtes van kort naar lang of andersom wat zorgt voor textuur in het haar
-
Grove kam: Een kam met wijde tanden om haar voorzichtig te ontwarren.
H
-
Haar- en hoofdhuidanalyse: Onderzoek naar de conditie van het haar en de hoofdhuid.
- Haarconditie: Hoe gezond of ongezond je haar is, beschadigd haar is in een slechtere conditie dan haar dat niet beschadigd is.
- Haarklem: Een klem om secties (gedeeltes van het haar) vast te zetten.
-
Haarmasker: Intensieve verzorging voor het haar die diep voedt en hydrateert, heeft een zure PH-waaerde waardoor de haarschubben sluiten
-
Henna: Natuurlijke kleuring op basis van plantenextracten.
-
Horizontale opnametechniek: Methode om haar horizontaal op te nemen bij het knippen.
I
-
Indicaties: Factoren die aangeven welke behandeling geschikt is.
K
-
Kapmantel: Beschermende doek om kleding te beschermen tijdens het knippen.
-
Kappersfiets: krukje met fiets of ponyzadel en wielen voor kappersgebruik om op juiste hoogte en voor ergonomisch te werken
-
Kappersschaar: Schaar speciaal ontworpen voor het knippen van haar.
-
Klantwens: Wat de klant graag wil qua kapsel en verzorging.
-
Kleurcorrectie: Proces om ongewenste haarkleuren te corrigeren.
- Kleurhoogte: Geeft aan hoe donker of licht een kleur is (van nr. 1 tot nr. 10/11)
-
Kleurkarakter: De onderliggende tinten van een haarkleur, deze geeft aan of een kleur warm of koel is.
-
Kleurspoeling: Tijdelijke haarkleuring die na enkele wasbeurten verdwijnt, wordt ook wel en ontwikkelde kleuring genoemd, deze zit om of tussen de haarschubben
-
Kleurversteviging: een kleurproduct om bestaande haarkleur op te frissen of te versterken., een ontwikkeld kleurproduct
-
Knipkam: Kam speciaal ontworpen voor het knippen van haar.
- Kruin: Een punt op het hoofd waar het haar verschillende kanten op groeit, het haar spring meestal wat omhoog op de plek waar een kruin zit
-
Kunstmatige kleurpigmenten: Synthetische pigmenten in haarkleuring.
L
-
Lengte-effiliatie – Techniek om haarlengtes dunner te maken voor een natuurlijke overgang, geplaatst in de lengtes van het haar (halverwege)
-
Lotion – Vloeibaar haarproduct voor verzorging of styling.
M
-
Massalijn – Het punt waar het haar de meeste volume heeft (massa) heeft door het lengte verschil in het haar. Daar waar het meest haar samenkomt.
N
-
Natuurlijk föhnen: Haar drogen zonder het te stylen met borstels of andere hulpmiddelen.
-
Natuurlijke valling: De manier waarop het haar van nature valt zonder styling.
-
Nekkwast: Borstel om losse haartjes na het knippen te verwijderen.
O
-
Ogen: De rondingen van een schaar waar je de vingers (duim en ringvinger) plaats tijdens het knippen
-
Ondergrond: De natuurlijke haarkleur of basis waarop een kleurproduct wordt aangebracht.
-
Onontwikkeld kleurpigment: Kleurpigment in haarverf dat pas zichtbaar wordt na een chemische reactie (met waterstofperoxide)
-
Ontkleuren: Het proces van pigment uit het haar verwijderen (blonderen)
-
Ontkleurproces: Chemische behandeling om het haar lichter te maken..
-
Ontwikkeld kleurpigment: Een kleurpigment in haarverf dat klaar is voor gebruik, hoeft niet gemengd te worden met een ontwikkelaar (kleurmouse, kleurversteviger, semi-kleurproduct)
-
Open mes:Traditioneel scheermes gebruikt voor scheren.
-
Oxidatiekleuring: Haarverf die door middel van oxidatie (bijv. met waterstofperoxide) reageert.
-
Oxideren of oxidatie: Chemisch proces waarbij zuurstof een kleurverandering veroorzaakt.
P
-
Passé – Pluk haar die je opneemt tussen je vingers knippen of met je kwast bij het kleuren.
-
Persoonlijke eigenschappen – Kenmerken van een persoon die invloed hebben op kapselkeuze.
-
pH-waarde – Zuurtegraad van een stof zoals (van iets) haar of haarproducten. (0-7 is een zuur. 7-14 is een basisch)
-
Pinksteun – Ondersteunend gedeelte van een schaar voor de pink bij knippen.
-
Polijstborstel – Borstel die het haar glad en glanzend maakt.
-
Polijsten – Haar glad en glanzend maken door wrijving.
-
Pompstoel – Kappersstoel met een pompmechanisme om de hoogte aan te passen.
-
Pony – Voorste haarpartij die over het voorhoofd valt.
- Poreus: Beschadigingen, poreus haar is beschadigd, de haarschubben staan open, er kunnen zitten zelfs gaten in de schubbenlaag zitten wat je haar poreus maakt.
- Pro-indicatie - Factoren die aangeven dat een behandeling uitgevoerd mag worden
-
Projectiehoek – De hoek waarin het haar wordt gehouden bij het knippen.
-
Punt-effiliatie – Het uitdunnen van haarpunten voor een zachtere overgang
R
-
Rollen föhnen – Techniek waarbij het haar rond een borstel wordt geföhnd voor volume.
-
Ronde borstel – Borstel met een cilindervorm voor het stylen van haar.
S
-
Scheidingslijn – De lijn waarmee haar in secties wordt verdeeld.
-
Semipermanente kleuring – Tijdelijke haarkleuring die na enkele wasbeurten vervaagt.
-
Shampoo – Reiniger voor het haar en de hoofdhuid.
-
Snijblad – Onderdeel van een tondeuse of schaar waarmee haar wordt gesneden (geknipt)
-
Sociale vaardigheden – Vaardigheden in omgang met klanten in de salon.
-
Sterafdeling – Kniptechniek waarbij het haar in stervormige secties wordt verdeeld.
-
Stervormige opnametechniek – Methode voor het opnemen en verdelen van haar tijdens het knippen.
-
Stylingproducten – Producten die helpen bij het in model brengen van haar.
T
-
Tastzintuig – Met dit zintuig voel je wanneer je (huid) met iets in aanraking komt, dit zintuig zit voornamelijk in de huid.
- Technische aspecten - Hoe iets in elkaar zit, hoe iets werkt (uit welke onderdelen bestaat haar en wat is de functie van deze onderdelen)
-
Temperatuurregulatie – Het op te de juiste temperatuur houden van je lichaam
-
Textuur – geeft aan of er veel, weinig of geen lengteverschil in het haar zit. Je kunt textuur in het haar knippen doormiddel van lagen, veel lagen of korte lagen zorgt voor een drukke textuur, weinig lagen of lange lagen voor en rustige textuur.
-
Tijdelijk kleurproduct – Haarkleur die na een paar wasbeurten verdwijnt.
-
Toenemende lengten – Kniptechniek waarbij het haar geleidelijk langer wordt. (gezien van bovenkant hoofd naar nekpartij)
-
Tondeuse – Elektrisch apparaat om haar kort te scheren.
V
-
Verhelderen: Lichter maken
-
Verplaatsing: Het bewegen van haar naar 1 vast punt bij het knippen
-
Viervaksafdeling: Methode waarbij het haar in vier delen wordt gescheiden.
-
Vijf- of zesbaanafdeling: Methode waarbij het haar in vijf of zes delen wordt verdeeld.
-
Vormlijn: De lijn (de vorm) van de omtrek (buitenkant) van de coupe.
W
-
Wachttijd – Tijd die nodig is voor een behandeling, zoals inwerktijd van haarverf.
-
Wasactieve stoffen – Stoffen in shampoo die vuil en vet verwijderen.
-
Wasbak of wasunit – Bak met stoel waarin het haar wordt gewassen in de salon.
-
Waterspuit – Sprayfles voor het bevochtigen van haar.
-
Waterstofperoxide – Oxidatiemiddel gebruikt bij haarkleuring en ontkleuring.
- Weefsel: Een groep cellen die dezelfde functie hebben
- Wellness: Een verzamelbegrip voor alles wat onder ontspannen, genieten, rust en herstellen valt.
Z
-
Zuurgraad – De pH-waarde van een product of het haar.